Zet je oven aan op 200 graden, ruim vooraf, zodat ie mooi op temperatuur is voor je groenten.
Schil de wortelen en de ui, hak in grove stukken. Schil ook je aardappel, maar hou die nog even opzij.
Halveer de tomaten en verwijder de groene kroontjes.
Schik alle groenten, minus de aardappel, op een grote ovenschaal, bestrooi met zwarte peper en wat zout en giet er olijfolie over tot de groentjes licht bedekt zijn.
Schuif die plaat de oven in en laat ‘m met rust. Je hoeft niet tussendoor te roeren of om te draaien. Bak tot de wortelen en ui hier en daar wat zwarte roosterplekje krijgen. Drie kwartier tot een uur, zoiets.
Zodra de groenten goed zijn, pluk je de teentjes look er tussenuit. Hou die even opzij.
Neem er een kookpot met een inhoud van een drietal liter bij en schep de groenten ernaar over. Zet op een middelhoog vuur. Knijp de teentjes look helemaal uit over de pot.
Roer even om en bevochtig met de bouillon. Snij de aardappel in blokjes en doe die er ook bij. Laat aan de kook komen en zet het vuur dan wat zachter.
Laat een half uur pruttelen, tot alle groenten door en door zacht zijn. Test dit met een stukje wortel, da’s namelijk de hardste groente in dit recept.
Haal je pot van het vuur en voeg de verse basilicum toe. Hou enkele blaadjes opzij voor de garnituur later. Je oregano (vers of gedroogd) mag er ook mee in.
Mix de soep erg goed fijn. Dit duurt makkelijk tien minuten met een staafmixer, maar het resultaat is dat waard. In een sterke blender gaat dat sneller.
Zet de gemixte soep opnieuw op het vuur, draai dat wat hoger en pruttel de lucht er vijf minuutjes uit.
Proef en breng op smaak met versgemalen zwarte peper en zout van goede kwaliteit.
Laat je pot een half uurtje van het vuur af staan. Een klein beetje afgekoeld (warm tegenover gloeiend heet) komen de smaken veel beter tot hun recht.